FAQ

FAQ : de meest gestelde vragen over de Richtlijnen en de Europese normen voor geautomatiseerde deuren/poorten met antwoorden van UNAC

CE MARKERING

1. Wat is een CE-markering?
Het gaat om het attest van conformiteit van het product met de van toepassing zijnde Communautaire Richtlijnen, afgeleverd door de producent. Het gaat echter niet om een kwaliteitslabel.

2. Is de CE-markering verplicht?
Ja, voor de producten die binnenkomen in het gebied van toepassing van een specifieke richtlijn, omgezet in het Italiaanse rechtssysteem. Bijvoorbeeld, voor de producten waarop de Machinerichtlijn van toepassing is.

3. Welke zijn de communautaire Richtlijnen die van toepassing zijn voor automatische deuren/poorten en hun onderdelen ?
De Richtlijnen die van toepassing zijn voor geautomatiseerde deuren / poorten zijn de volgende:
– Machinerichtlijn (89/392/CEE): omgezet in Italië met de DPR 459 van 1996; van kracht sedert 21/09/1996
– Richtlijn voor Producten in Bouw (89/106/CEE): omgezet in Italië met de DPR 246 van 1993, gewijzigd met de DPR 499 van1997

De Richtlijnen van toepassing op de onderdelen volgens de verschillende types, zijn:
– Richtlijn Elektromagnetische comptabiliteit (89/336/CEE): omgezet in Italië met de D.Lgs. 476 van 1992, en gewijzigd met de D.Lgs. 615 van 1996
– Richtlijn Laagspanning (73/23/CEE): omgezet in Italië met de wet 791 van 1977 en gewijzigd met de D.Lgs. 626 van 1996
– Richtlijn R&TTE (1999/5/CE): aangaande de radio uitrusting en telecommunicatie richtlijnen ; omgezet in Italië met de D.Lgs 269 van 9 mei 2001.

4. Wat is het verschil tussen een CE-markering en een kwaliteitslabel (Nemko, ICIM, IMQ, etc.)?
De CE-markering is verplicht volgens de voorschriften van de wet en wordt door de fabrikant aangebracht om de essentiële vereiste voorwaarden van de Richtlijnen te respecteren.
De vrijwillige merken geven de overeenstemming aan de veiligheidsnormen en functionaliteit aan, die door onafhankelijke externe instanties na een reeks proeven en controles worden gecontroleerd. Het plaatsen van een kwaliteitslabel bevat het toezicht op de productie vanwege een externe instantie. Deze merken garanderen aan de handelaars, aan de installateurs en aan de gebruikers, de veiligheid en de kwaliteit van de producten. Bovendien worden deze in de meeste industrielanden erkend.

5. Kan men op hetzelfde product een CE-markering en een vrijwillige markering aanbrengen?
Ja, vooropgesteld dat zij beiden zeer verschillend zijn om elke verwarring te vermijden.

6. Wie is verantwoordelijk voor het aanbrengen van de CE-markering?
De producent, de invoerder en alle personen die de producten vertegenwoordigen op de Europese markt.

7. Waar bevindt zich de CE-markering?
De onuitwisbare CE-markering dient op een goed zichtbare en leesbare manier worden aangebracht:
– Voor de Machinerichtlijn op de machine zelf (zie DPR 459 van 1996) – Voor de Richtlijn Laagspanning op het elektrisch materieel of, indien niet mogelijk, op de handleiding of op het garantiecertificaat (zie D.Lgs. 626 van 1996) – Voor de Richtlijn Elektromagnetische comptabiliteit op het toestel, op de handleiding ofwel op het garantiecertificaat en facultatief op de verpakking (zie D.Lgs. 615 van 1996) – Voor de Richtlijn R&TTE: op het product. Geval per geval moet hij van het symbool (!) en/of door het nummer van de vermelde instantie vergezeld worden.

8. Wanneer een product tot verschillende Richtlijnen behoort, moeten er dan verschillende CE-markeringen worden aangebracht?
Nee, een enkele CE-markering volstaat om de conformiteit aan te geven van het product met alle toegepaste Richtlijnen.

9. Is de handelaar en/of installateur verantwoordelijk voor ontbreken van de CE-markering op de gekochte en/of verkochte producten?
Ja, de handelaar en/of installateur dient zich, voor het kopen van een product, ervan te vergewissen of een CE-markering aanwezig is. De Italiaanse wet voorziet specifieke sancties wanneer dit niet gebeurt.

MACHINERICHTLIJNEN

10. Wie is de constructeur van de geautomatiseerde deur of poort?
Degene die de geautomatiseerde poort levert of degene die een bestaande handbediende poort motoriseert. Hoe het ook zij, de constructeur dient een CE-markering op de geautomatiseerde poort aan te brengen en de verantwoordelijkheid van de samenstelling van de machine op zich te nemen.

11. Op welke datum is de DPR 459/96 van kracht gegaan in Italië (omzetting naar de Machinerichtlijn)?
De DPR N. 459 van 24 juli 1996 heeft de toepassing van de Machinerichtlijn 89/392 CEE verplicht gemaakt. Het Besluit, dat in het Gewone Supplement van Officiële Gazette N. 209 van 6 september 1996 werd gepubliceerd, is op 21 september 1996 in werking getreden.

12. Wat zijn de verantwoordelijkheden van degenen die een interventie hebben uitgevoerd op een installatie in dienst gezet voor de inwerkingtreding van DPR 459/96?
Volgens de DPR 459/96 bevat het gewone en buitengewone onderhoud van een product in dienst gezet voor 21 september 1996 niet de toepassing van de Machinerichtlijn. Daarentegen in geval van wijzigingen aan het product, die niet behoren tot een gewoon of buitengewoon onderhoud, configureert de tussenkomst zich als bouw van een nieuwe machine, en dusdanig onderworpen aan DPR 459/96. Zie eveneens FAQ: 13, 14 en 64.

13. Wat dient men te doen wanneer een wijziging noodzakelijk zou zijn op een installatie in dienst gezet na het van kracht gaan van de DPR 459/96 en de Machinerichtlijn niet wordt gerespecteerd?
Men moet de eigenaar van de installatie informeren over de straf- en burgerlijke verantwoordelijkheden tegenover zichzelf en de installateur, die voortvloeien uit het gebrek aan eerbiedigen van de wet. Alvorens elke tussenkomst op de installatie uit te voeren moet men deze aanpassen aan de vereiste essentiële voorwaarden door de wet.

14. Moet de technieker belast met het onderhoud en die een component zonder de CE-markering herstelt, er de CE-markering op aanbrengen?
Het is niet de persoon die aangesteld wordt voor het onderhoud die de CE-markering op de componenten en de afgewerkte deur moet aanbrengen. Indien nodig dienen de componenten vervangen te worden met gelijkaardige producten die dezelfde eigenschappen en kenmerken hebben. Het gebruik van verschillende componenten zou zich als wijziging van de machine kunnen configureren en dus noodzakelijk maken om deze opnieuw aan te passen aan wetten/normen van kracht op het moment van de wijziging. De enige uitzondering betreft de radiobesturingen die met frequenties werken die voortaan voor andere diensten zijn bestemd. In dit geval moet men immers de producten met anderen vervangen die de toegelaten frequenties gebruiken. Zie eveneens FAQ: 62.

15. Wat moet men doen indien, wegens verschillende redenen, de klant geen veiligheidssystemen wenst te plaatsen?
UNAC stelt voor om het werk niet te aanvaarden, maar de klant goed op de hoogte te brengen van de risico\’s dat hij loopt.

16. Bestaat de mogelijkheid om een document voor kwijtschelding van verantwoordelijkheid te verkrijgen voor de installatie of interventie op een installatie die niet voldoet aan de normen?
Er is geen enkele mogelijkheid om een gelijkaardig document te verkrijgen noch op grond van DPR 459/96, noch krachtens de wet 46/90; art.7: \”De installateurs moeten de installaties uitvoeren volgens de regels van de kunst en hiervoor materialen gebruiken die eveneens volgens de regels van de kunst werden vervaardigd\”.

17. Moeten alle machines een etiket met de CE-markering dragen? Welke aanwijzingen moeten op het etiket voorkomen?
Ja, want Bijlage I van de DPR 459/96 zegt: \”.elke machine moet op leesbare en onuitwisbare wijze, minstens de volgende aanwijzingen dragen: naam en adres van de fabrikant, de CE-markering, de aanduiding van de reeks of type, eventueel het serienummer, het fabricatiejaar\”.

18. Welk zijn de verplichtingen die voortvloeien uit de Machinerichtlijn?
Om de installateur te helpen alle verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de Machinerichtlijn op de geautomatiseerde deuren/poorten, heeft UNAC \”Gids voor de installatie van deuren/poorten\” voorbereid overeenkomstig de Machinerichtlijn 98/37/CE en de normen EN12453 en EN12445 . Deze bevatten een schema voor begeleiding van de evaluatie van de risico\’s. Deze Gids, gerealiseerd door deskundigen van geassocieerde firma\’s van UNAC, werd ontworpen om de taak van de installateurs te vergemakkelijken en om aan de bedieners in de sector de inhoud van de Machinerichtlijn en de nieuwe Europese normen bekend te maken.

19. Komen de opgenomen risico\’s van de UNAC Gids overeen met de risico\’s vermeld in de Machinerichtlijn?
De in consideratie genomen risico\’s in de UNAC Gids, betreffende de veiligheid bij het gebruik van geautomatiseerde deuren / poorten, komen overeen met de risico\’s voorzien in de Europese normen EN12453 en EN12445. De Gids, die met de grootste zorg werd gerealiseerd door deskundigen van geassocieerde firma\’s van UNAC, bevat misschien niet alle risico\’s die zich kunnen voordoen bij verschillende installaties. Het is dus de verantwoordelijkheid van de fabrikant van de machine om de risico analyse aan te vullen of aan te passen vermeld in de Richtlijnen.

20. Hoe moet de gebruiker op de hoogte worden gebracht van de overblijvende risico\’s van de machine?
Een nauwkeurige informatie over de aanwezige overblijvende risico\’s in de machine moet door een document gewaarborgd worden en aan de gebruiker worden overhandigd (Gebruiksaanwijzing, Onderhoudsboekje…).

21. Is het mogelijk dat er verschillende risico\’s bestaan in dezelfde zone aangegeven in de tekeningen van de deuren/poorten die weergegeven zijn in de UNAC Gids ? Hoe kan men deze zones beschermen?
Ja, er kunnen verschillende risico\’s in dezelfde zone zijn, die een bescherming tegen een risico of een globale bescherming moet krijgen. De aanwijzingen in de Gids UNAC kunnen een goede steun voor hun opsporing zijn.

22. Waar vindt men de normen vermeld in de UNAC Gids ?
Alle normen kunnen gratis geraadpleegd of aangekocht worden in een UNI verkooppunt – Italiaans Nationaal Organisatie van Unificatie (tel. +39 02 70024200 – www.uni.com) et CEI, Italiaans Elektrotechnisch Comité (tel. +39 02 210061 – www.ceiuni.it).

23. Aan wie dient de technische fiche overhandigd te worden?
De technische fiche dient ontwikkeld en bewaard te worden door de fabrikant van de machine voor een minimum periode van 10 jaar vanaf de productiedatum (datum van installatie van de geautomatiseerde deur of poort) en op vraag ter beschikking gesteld worden aan de autoriteiten.

24. Welke machtiging is het noodzakelijk om de Conformiteitverklaring volgens de Machinerichtlijn uit te reiken?
De Conformiteitverklaring stemt overeen met het formeel opnemen van de verantwoordelijkheid door de fabrikant, op de conformiteit van de machine met de vereiste voorwaarden van de toegepaste richtlijnen. Deze verklaring moet ondertekend worden door de wettelijke vertegenwoordiger van de vennootschap of door een notaris aangestelde persoon.

25. Is het verplicht een kopie van de Conformiteitverklaring van de geautomatiseerde poort te overhandigen aan de eigenaar?
Ja. De verklaring moet in het Technisch Dossier bewaard worden en een kopie moet aan de eigenaar overhandigd worden.

26. Moet een persoon, die voor particulier gebruik in de supermarkt een kit koopt om een poort te automatiseren, de technische fiche, de Conformiteitverklaring invullen en de CE-markering aan de poort aanbrengen?
Ja, volgens de Machinerichtlijn. Uitzondering hierop zijn de automatisaties en privégebruik van garagepoorten van eengezinswoningen en met niet-automatische bediening, als de producent verklaart dat de automatisatie kit ten volle aan de vereiste voorwaarden voldoen door de norm EN 60335-2-95.

RICHTLIJN VOOR PRODUCTEN IN BOUW

27. Mag men de procedures van attest van conformiteit op de Richtlijn Producten in de Bouw toepassen voor geautomatiseerde deuren/poorten?
De norm EN13241-1 (norm die volgens de Richtlijnen Producten in de Bouw en de Machinerichtlijn wordt geharmoniseerd) werd in Officiële Gazette van de Europese Unie C 67/7 van 17 maart 2004 gepubliceerd. Vanaf 1 mei 2004 was er een overgangsperiode, met facultatieve toepassing. Sinds 1 mei 2005 is de toepassing verplicht geworden.

28. Op welke producten past men de norm toe EN13241-1?
Deze wordt toegepast op alle type deuren, manuele en geautomatiseerde, gebruikt door voetgangers en voertuigen in residentiële, commerciële en industriële milieus. Onder de uitdrukking \”deur\” verstaat men alle type deuren, kantelpoorten, sectionale deuren, hekken, slagbomen, rolgordijnen, etc. Uitgesloten zijn de manuele voetgangersdeuren kleiner dan 6,25 m2, geautomatiseerde voetgangersdeuren (opgenomen in prEN 12650-1), brandwerende deuren (opgenomen in prEN 13241-2) en de slagbomen enkel gebruikt door voertuigen.

29. Zijn de essentiële kwaliteiten vereist door de norm EN13241-1?
De norm preciseert de vereiste kwaliteiten voor de veiligheid en de werking van de deuren. De norm schrijft de fabrikant voor om de kenmerken van de deur te vermelden en om proeven uit te voeren om deze te bewijzen (enkelen met de tussenkomst van een aangestelde instantie). De norm schrijft bovendien aan de fabrikant voor, om de productie onder zijn controle te houden om te garanderen dat de gemeten prestaties van de steekproeven worden gehandhaafd in de lopende productie

30. De norm EN13241-1 van toepassing op automatisaties?
Neen; geen enkel van de vereiste voorwaarden past zich direct toe op de automatisaties, in bepaalde gevallen is er niettemin een indirect gevolg.

31. Wie is de aangestelde instantie?
In de norm IN 13241-1 wordt er bepaald dat de procedures volgens het \”systeem 3\” worden gevolgd voor het attest van conformiteit van deuren en commerciële en industriële poorten en garages, volgens de definitie van de Richtlijn Producten van Bouw. In het systeem 3 vraagt men \”een Aangestelde Instantie\” voor de eerste type proeven op het product. De aangestelde instantie is een derde deel, typisch een proeflaboratorium die (in Italië) van \”het Ministerie van de Productieve Activiteiten\” de kennisgeving en de machtiging aan de activiteit van certificatie van de EG volgens de richtlijn 89/106/EG hebben verkregen (Richtlijn Producten van Bouw).

OMGANG VAN DE KLANT / GEBRUIKER

32. Is de fabrikant verantwoordelijk voor een ongeval door oorzaken die niet van hem afhangen? Is er een verzekering voor de fabrikant voorzien?
Volgens de van kracht zijnde wetten is de fabrikant altijd verantwoordelijk voor zijn werk. Natuurlijk kan de fout of de nalatigheid van de fabrikant enkel bepaald worden na onderzoek van het gebeurde ongeval. Eenmaal er is vastgesteld dat hij geen fout heeft, is er geen enkel gevolg voor de fabrikant. De fabrikant kan een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten om de schade te dekken die voortvloeien uit een eventueel ongeval door hem veroorzaakt.

33. Hoe lang is de fabrikant verantwoordelijk voor de installatie?
Het contract, dat de omgang tussen installateur/onderhoudstechnieker en de klant regelt, voorziet voor de laatste, een actie voor non-conformiteit en fouten van het werk die zich in twee jaar vanaf de dag van de levering van de installatie voorschrijven (Art. 1667 burgerlijk wetboek). Wat de verantwoordelijkheid betreft voor schade door producten met gebreken, is de fabrikant verantwoordelijk voor een periode van 10 jaar vanaf de productiedatum (datum van installatie van de deur/poort)

34. Is het onderhoud verplicht? Wie is verantwoordelijk voor het gebrek aan onderhoud?
Het onderhoud van de machines, bijgevolg van de geautomatiseerde deuren/poorten, moet volgens de voorschriften vermeld in het onderhoudsplan van de fabrikant uitgevoerd worden. Het onderhoud is ten laste van de eigenaar die verantwoordelijk wordt voor ongevallen en schade door slecht of ontbrekend onderhoud. UNAC raad aan een onderhoudsplan op te stellen volgens de instructies in het Handboek van Onderhoud en volgens de aanwijzingen van de norm IN 12635. Bij installaties in gebouwen waar D.Lgs 626/94 van toepassing is, is het verplicht het onderhoud van de machines uit te voeren. Zie eveneens FAQ: 64.

35. Als een geautomatiseerde deur vervaardigd is door verschillende personen, wie is dan de fabrikant en dus de verantwoordelijke?
Ongeacht het geval, er moet steeds \”een projectleider\” zijn die de taak op zich neemt om de CE-conformiteitsverklaring uit te reiken. Het is hij dus die de verantwoordelijkheid van de geautomatiseerde deur op zich neemt.

EUROPESE NORMEN EN 12453 – EN 12445 EN GIDS UNAC

36. Is het absoluut nodig de Europese normen EN 12453 – EN 12445 te eerbiedigen?
Zoals voor het merendeel van de normen, zijn zij niet strikt verplicht. UNAC adviseert de toepassing van EN12453 en EN12445 gezien zij het mogelijk maken om het vermoeden van overeenstemming aan de Europese Richtlijnen te verklaren. Anders moet men de naleving van de vereiste voorwaarden bewijzen door de Richtlijnen.

37. Bestaan er sancties voor degenen die de normen niet eerbiedigen?
Er zijn geen sancties voor degenen die de vrijwillige normen niet eerbiedigen, maar er zijn er wel voor degenen die de Europese Richtlijnen niet eerbiedigen.

38. Indien de veiligheid van de geautomatiseerde deur/poort verkregen wordt door de beperking van de operationele krachten, dienen deze krachten dan gemeten worden bij elke installatie?
Ja. Men moet op elke installatie de bestaande reële operationele krachten controleren (die betrekking hebben op de installatie: gewicht, snelheid, wrijvingen, regelingen, veiligheidssystemen, enz).

39. Dient men altijd de krachten te meten?
Nee. Het is niet nodig bij installaties met \”Dodemansbediening\” of bij voorzieningen van veiligheidssystemen van het type E die in elke situatie het contact met de bewegende deur verhinderen.

40. Mag de fabrikant van openers de krachtmetingen doen op een proefpoort onder de moeilijkste werkingsomstandigheden en aan de installateur de aanwijzing over de vereiste parametrisering, bv. in de installatiehandleiding, en zo de operationele krachten van de deur aldus vrij te stellen?
Nee; want hij is niet in staat om uit te wijzen dat de resultaten van zijn proeven ter plaatse voortgebracht kunnen worden. Zie eveneens FAQ: 38.

41. Hoe wordt het instrument ondersteund tijdens het meten van de krachten?
Het meten van de krachten, in de verschillende meetpunten, dient zodanig te gebeuren dat de resultaten van de proef niet kunnen gewijzigd worden. Men zal dus onplooibare verlengingen gebruiken met een min. doorsnede van 80 mm. En geplaatst op een stabiele manier in tegenovergestelde richting van de bewegende vleugel.

42. Moet men de software voor het meetinstrument van krachten hebben?
De norm EN12445 voorziet dat het meetinstrument van krachten wordt uitgerust met plotter of een registreerapparaat XY; bovendien voorziet de norm EN12453, die de uitersten bepaalt, genoeg toegestane criteria, bv. In het begin worden opeenvolgende pieken toegelaten op voorwaarde dat deze afnemend zijn. Dat alles vraagt nazicht van de krachtcurve in de grafiek. Momenteel bestaat er volgens onze bronnen geen enkel instrument dat de grafiek direct kan weergeven.

43. Waar kan men meetinstrument van krachten kopen?
Volgens de informatie van UNAC is het mogelijk de meetinstrumenten vereist door de Europese Normen te kopen bij (in alfabetische orde):
– Drive Test GmbH (www.drivetest.de)
– GTE Industrieelektronik GmbH (www.gte.de)
– Microtronics S.r.l. (www.microtronics.it)
– Normagate S.r.l. (www.normagate.com)
UNAC staat niet garant voor de kwaliteit van die fabrikanten en vermelde producten.

44. Is een knipperlicht vereist volgens de Europese Normen?
De normen betreffende de veiligheid voor het gebruik van geautomatiseerde deuren/poorten maken het niet verplicht, maar verwijzen ernaar in de evaluatie van de risico\’s tijdens de installatie. UNAC, in ieder geval, beveelt het gebruik ervan aan.

45. Vereisen de Europese Normen een noodstop?
Nee. De norm EN12553, in punt 5.2.2, die op de norm EN60294-1 wijst, heeft zelfs de tendens een noodstop af te raden, door de verklaring \”niet van toepassing\”. Er kunnen wel werkomgevingen zijn waar een noodstop wordt gevraagd. In dit geval moet men er zeker op letten dat de noodstop de veiligheid van de installatie niet vermindert, omdat deze alle veiligheden uitschakelt

46. Moet men de Richtlijn Laagspanning in de installatie van een automatische poort toepassen, als de hele elektrische installatie (motor, veiligheidsstrippen, fotocellen, knipperlichten, enz.) in laagspanning (24V) is en de fabrikant voor de voeding van het elektrische netwerk een stekker voorzien heeft?
Ja, voor wat betreft de stekker, als de spanning bv. 230 V is.

47. Mag men sommige risico\’s niet beveiligen indien het gaat om weinig waarschijnlijke, weinig frequente en weinig gevaarlijke risico\’s (zie bv. de risico\’s [ D ] en [ F ] die in de Gids UNAC N.1 worden aangegeven aangaande schuifpoorten)?
Ja, maar men moet de gebruikers van de geautomatiseerde deur/poort schriftelijk verwittigen in de Gebruiksaanwijzing (of in het Onderhoudsboekje) en, indien mogelijk, de vereiste signalisatie toepassen.

48. Wat zijn de overblijvende risico\’s?
De overblijvende risico\’s zijn de risico\’s die door de analyse van het product (machine), worden ingeschat als weinig waarschijnlijk, weinig frequent en weinig gevaarlijk en die ten opzichte van de werking en de vereiste kosten voor hun eliminatie of bescherming overblijven.

49. Moet de veiligheidsstrip voor de beperking van de operationele krachten van de schuifpoort op de bewegende vleugel geïnstalleerd worden of mag hij op de poortpaal worden geplaatst?
De veiligheidsstrip heeft als doel de kracht te verminderen tussen de bewegende vleugel en elk ander object, dat zelfs een stilstaande auto zou kunnen zijn. Bijgevolg moet de veiligheidsstrip op de bewegende vleugel geplaatst zijn. Andere eventuele strippen op de vaste poortpalen kunnen nuttig zijn om verdere risico\’s te verminderen.

50. Mag men de \”dodeman\” bediening gebruiken met gebruik van een camera?
Nee, omdat de camera niet kan beschouwd worden als dicht bij de deur.

51. Is de toepassing van het etiket die het product identificeert, verplicht?
Ja, want dit is vereist door de Machinerichtlijn.

52. Als de noodstop geactiveerd is, kan men dan de poort gebruiken in \”dodeman\” bediening?
Niet als de noodstop geactiveerd is. Men moet echter controleren of de installatie van een noodstop de veiligheid van de deur niet vermindert. Als een veiligheidssysteem geactiveerd is dat de deur/poort stopt, is het dan mogelijk de poort te gebruiken in \”dode-man\” bediening?
Ja, wanneer een veiligheidssysteem tussenkomt, door er op te letten dat alle voorwaarden voor \”dodeman\” bediening worden gerespecteerd die in de norm EN2453 worden voorgeschreven (waaronder de positie van de bedieningen en zicht op van de deur).

53. Is automatisch heropstarten mogelijk na een stroomonderbreking?
Het is niet noodzakelijk om een manuele bediening uit te voeren na een stop, als men de doeltreffendheid van alle veiligheden controleert die de veiligheid garanderen.

54. Hoeveel en waar moet men fotocellen plaatsen opdat de deur in overeenstemming is met de normen?
Men moet specificeren dat de fotocellen (systeem van het type D) niet altijd verplicht zijn, dat hangt af van het \”type van gebruik van de deur\”, zoals vastgesteld met het schema van de norm EN12453. Volgens dit schema worden fotocellen altijd samen gebruikt met een systeem C (mogelijkheden om krachten te beperken). Dit gezegd zijnde, om het aantal fotocellen te bepalen moet men \”analyse van aanwezige risico\’s\” uitvoeren en evalueren of een fotocel dit risico vermindert. Wanneer een fotocel geplaatst wordt op een poort in een publieke zone, zelfs als de normen het niet specificeren, is het normaal wenselijk een fotocel te plaatsen aan de buitenzijde van de poort (t.t.z. op de openbare zone). Tenslotte om de positie van de fotocel te bepalen moet men rekening houden met het feit dat voor nazicht van de werking, men parallellepipedums gebruikt van 700x300x200mm die \”de straal\” onderbreken.

55. Moeten de fotocellen en veiligheidsstrippen die verkocht worden zonder motor, een CE-conformiteitsverklaring hebben voor de veiligheidscomponenten (volgens de Machinerichtlijn Bijlage II-C)? Aan welke normen moeten zij conform zijn?
De veiligheidsstrippen gebruikt om de krachten van effect van de geautomatiseerde deur/poort te beperken moeten de vereiste voorwaarden respecteren volgens de normen EN12978 en moeten ze een CE-conformiteitsverklaring hebben volgens de Machinerichtlijn Bijlage II-C. De fotocellen die voor detectering van personen worden gebruikt, zijn geen veiligheidssystemen en behoren bijgevolg niet tot de Bijlage IV van de Machinerichtlijn. Zij moeten samen met veiligheidsstrips gebruikt worden, en moeten de vereiste voorwaarden respecteren van de normen EN12453

56. Wat zijn de kenmerken van de fotocellen voor geautomatiseerde deuren/poorten? Zijn \”zelfuitlijnende\” fotocellen toegelaten?
De fotocellen (met inbegrip van de genoemde \”zelf-uitlijnend\”), die een detecterende functie hebben op de beperking van de operationele krachten van de vleugel, moeten voldoen aan de vereiste voorwaarden en proeven vermeld in de normen EN12453 voor dit soort systeem (type D).

57. Kunnen fotocellen, die geen veiligheidssystemen zijn, een bewijs van defect zijn?
Voor de fotocellen (aanwezigheidsdetectie type D) is geen enkel voorschrift wat betreft de veiligheid tegen defecten. Hoe het ook zij is een periodieke controle van de systemen dienen minstens om de 6 maanden te gebeuren.

58. Zijn fotocellen met reflector conform?
Bepaalde systemen op de markt gebruiken gepolariseerde reflectoren en zijn bijgevolg in staat om in de testen te slagen die voorzien door de norm EN12445 met het parallellepipedum van 70x30x20 cm met weerkaatsend oppervlak.

59. Kunnen de infrarode radars als veiligheidssystemen overwogen worden?
De normen beschrijven geen technologieën die als veiligheidssystemen kunnen gebruikt worden. In ieder geval moeten zij de vereiste voorwaarden respecteren die door de normen op basis van de functies worden bepaald (type C; D of E).

60. de veiligheidsstrippen met radiosignaal conform?
Als de veiligheidsstrip als systeem van het type C wordt gebruikt, moet men controleren dat de verklaarde categorie met de vereiste categorie overeenstemt. Zie eveneens FAQ: 55 en 59.

61. Zijn controles vanwege de overheid voorzien op de installaties van deuren/ poorten?
In alle omgevingen onderworpen aan het D. Lgs. 626/94 hebben de bevoegde instanties het recht om tot controles over te gaan. Over het algemeen in alle omgevingen, op verzoek met motivatie, hebben de bevoegde instanties altijd het recht om in te grijpen.

62. Hoe moet de installateur zich gedragen wanneer men vraagt om een reeds bestaande deur te herstellen die in werking werd gesteld vóór de inwerkingtreding van de Europese normen?
Hij kan de herstelling uitvoeren zonder de verplichting te hebben de installatie aan te passen aan de nieuwe geldende normen. Hij wordt niettemin aangeraden de eigenaar van de geautomatiseerde poort voor te stellen om de installatie aan te passen aan de recentste Europese normen. Wanneer de installatie niet voldoet aan de vereiste veiligheid- en gezondheidsvoorwaarden voorgeschreven door de Machinerichtlijn volgens de regels van de kunst en volgens installatiedatum van de poort, kan de herstelling slechts gebeuren nadat de installatie aan de Machinerichtlijn en de geldende normen werd aangepast. Zie ook FAQ: 12, 13 et 14.

63. Wat moet men doen bij onderhoud van oude installaties waar men de afstandsbedieningen van 300 MHz nog gebruikt?
De oude afstandsbedieningen van 300 MHz kunnen niet meer gebruikt worden sedert enkele jaren, zelfs wanneer deze nog werken, en moeten zij vervangen worden door producten conform aan de nieuwe wetbeschikking.

64. Wie is verantwoordelijk voor een geautomatiseerde deur/poort wanneer er geen onderhoudscontract is?
De fabrikant van de geautomatiseerde poort is verantwoordelijk voor de conformiteit van het product aan de Europese Richtlijnen. Het bedrijf belast met het onderhoud is verantwoordelijk voor zijn eigen werk, zoals voorzien in het onderhoudscontract en volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Wanneer, in tegenstelling tot wat door de fabrikant werd opgesteld, het onderhoud niet wordt uitgevoerd, is de eigenaar en/of de beheerder van de deur verantwoordelijk voor de eventuele schade die door een foute werking wordt veroorzaakt (tenzij het incident een verlenging is van een fabricage of installatiefout).